26 maart 2025
Luigia Villani, kapster van opleiding, staat aan het hoofd van het atelier Kap, Grime en Pruiken van het gerenommeerde Brusselse operahuis La Monnaie - De Munt. In dit atelier worden kapsels en grime gerealiseerd en uitgetest, maar ook pruiken, afgietsels en prothesen gemaakt voor de verschillende voorstellingen. We namen er een kijkje.
Wat houdt jouw job precies in?
Luigia Villani: “Het is de taak van ons team om het nodige te doen voor de producties die hier vertoond worden. Het vaste team bestaat uit 7 mensen. Het zijn allemaal polyvalente medewerkers, die hun tijd verdelen tussen het atelier (voor het ontwerp) en de scène (in het theater, voor de uitvoering). We maken de pruiken, schminken, verzorgen de kapsels, maken hier en daar een prothese ... Dat gebeurt allemaal in samenspraak met de kostuumontwerpers. Elk project is een werk van lange adem. Als er een nieuwe voorstelling gepland staat, wordt de maquette reeds een jaar op voorhand voorgesteld door de regisseur en de kostuumontwerpers. Vervolgens zitten wij samen met die laatste. Die doet zijn of haar visie over het stuk uit de doeken, geeft bepaalde richtlijnen qua stijl etc. We bespreken op dat moment ook wat er mogelijk is, bijvoorbeeld op budgettair vlak …”
Hoeveel tijd krijgen jullie om alles effectief uit te voeren?
Luigia Villani: “Doorgaans hebben we vijf weken voor de eerste toneelrepetitie om alles voor te bereiden. Dat is het moment waarop de zangers, acteurs, dansers … voor het eerst in kostuum, geschminkt en geknipt op het podium staan. Als het meezit, gebeurt het wel eens dat we wat meer tijd ter beschikking hebben. Maar meestal werken we simultaan aan meerdere producties, dus we hebben doorgaans onze handen vol.”
Kan je wat meer vertellen over het professionele traject dat je zelf volgde?
Luigia Villani: “Ik heb een achtergrond als ‘normale’ kapper. Ik volgde mijn opleiding in Frankrijk, waar ik ook verschillende stages liep en uiteindelijk mijn kappersdiploma behaalde. Vervolgens heb ik elf jaar bij een kapper gewerkt voor ik naar België trok. Kapper zijn is mijn passie, maar ik wou echt dingen creëren en daartoe kreeg ik minder kans in een ‘doorsnee’ kapsalon. Ik ben altijd al meer aangetrokken geweest door het artistieke.”
En in ons land heb je die droom kunnen realiseren?
Luigia Villani: “Inderdaad. Eenmaal hier aangekomen, ontmoette ik een aantal mensen die in de Munt werkten. Dat leek me wel wat. Ik heb gesolliciteerd en mocht meteen beginnen. Ik volgde geen specifieke opleiding voor dit soort werk, maar heb het al doende geleerd. De jaren die ik als medewerker in een kapsalon doorbracht, kwamen daarbij heel goed van pas. In die tijd ging het er nog vrij klassiek aan toe, en ik kan de technische skills die ik daar oppikte heel goed gebruiken bij mijn werk in de opera.”
Ben je nog altijd blij met je keuze?
Luigia Villani: “Zeker en vast. Mijn werk in de opera is gevarieerder, artistieker, je mag al eens wat extravaganter uit de hoek komen, het hoeft niet per se commercieel te zijn … Ik geniet van de creatieve vrijheid die je hier krijgt. Elke opera is ook een volledig ander verhaal, dus je kan telkens iets helemaal anders doen. Los van de inhoud van de job zelf is het ook leuk dat je in contact komt met heel veel verschillende mensen, van verschillende nationaliteiten.”
Welke tips heb je voor andere kappers die ook bij de opera willen werken?
Luigia Villani: “Eerst en vooral raad ik aan om een degelijke en brede kappersopleiding te volgen. Dat is echt een must. Vandaag zie je dat velen zich in één bepaald aspect van het vak vormen. Er zijn veel specialisten, bijvoorbeeld op vlak van kleuren of van bepaalde aspecten van het knippen zelf. Toen ik mijn opleiding volgde, was dat een algemene kappersopleiding, waar je de klassieke basis meekrijgt. Die essentiële fundamenten ontbreken soms. Naast die brede technische bagage heb je ook een gezonde dosis motivatie en leergierigheid nodig als je in een opera als De Munt wilt werken. Daarnaast is werken in de opera – meer nog dan in het ‘gewone’ kapsalon – echt teamwerk. We hebben dus teamspelers nodig die goed kunnen samenwerken met anderen.”